Logo Bijbelvers.net

2 Samuël 11:11



Statenvertaling
En Uría zeide tot David: De ark, en Israël, en Juda blijven in de tenten; en mijn heer Joab, en de knechten mijns heren zijn gelegerd op het open veld, en zou ik in mijn huis gaan, om te eten en te drinken, en bij mijn huisvrouw te liggen? Zo waarachtig als gij leeft en uw ziel leeft, indien ik deze zaak doen zal!

Herziene Statenvertaling*
Uria zei tegen David: De ark en Israël en Juda verblijven in tenten, en mijn heer Joab en de manschappen van mijn heer hebben in het open veld hun kamp opge­slagen; zou ík dan naar mijn huis gaan om te eten en te drinken en met mijn vrouw te slapen? Zo waar u leeft en uw ziel leeft, dat zal ik niet doen!

Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Maar Uria sprak tot David: De ark en Israël en Juda vertoeven in tenten en mijn heer Joab en de knechten van mijn heer zijn in het veld gelegerd; zou ik dan naar mijn huis gaan om te eten en te drinken en bij mijn vrouw te liggen? Zo waar gij leeft en zo waar uw ziel leeft, dat zal ik niet doen!

King James Version + Strongnumbers
And Uriah H223 said H559 unto H413 David, H1732 The ark, H727 and Israel, H3478 and Judah, H3063 abide H3427 in tents; H5521 and my lord H113 Joab, H3097 and the servants H5650 of my lord, H113 are encamped H2583 in H5921 the open H6440 fields; H7704 shall I H589 then go H935 into H413 mine house, H1004 to eat H398 and to drink, H8354 and to lie H7901 with H5973 my wife? H802 as thou livest, H2416 and as thy soul H5315 liveth, H2416 I will not do H6213 ( H853 ) this H2088 thing. H1697

Updated King James Version
And Uriah said unto David, The ark, and Israel, and Judah, abide in tents; and my lord Joab, and the servants of my lord, are encamped in the open fields; shall I then go into mine house, to eat and to drink, and to lie with my wife? as you live, and as your soul lives, I will not do this thing.

Gerelateerde verzen
2 Samuël 7:2 | 2 Timótheüs 2:12 | 1 Samuël 4:4 | 1 Samuël 20:3 | 1 Samuël 17:55 | Jesaja 22:12 - Jesaja 22:14 | Matthéüs 10:24 - Matthéüs 10:25 | 2 Timótheüs 2:3 - 2 Timótheüs 2:4 | Johannes 13:14 | Hebreeën 12:1 - Hebreeën 12:2 | 2 Samuël 14:19 | 1 Samuël 1:26 | 1 Korinthe 9:25 - 1 Korinthe 9:27 | 2 Samuël 20:6 | 2 Samuël 7:6 | 1 Samuël 25:26 | 1 Samuël 14:18